Decimal, gegevenstype

       

Decimal-variabelen worden bewaard als integers met voorteken van 96 bits (12 bytes), geschaald door een variabele macht 10. De schalingsfactor macht 10 geeft het aantal getallen op dat rechts van de decimale komma staat en ligt tussen 0 en 28. Met een schaal van 0 (geen decimale plaatsen) is de hoogst mogelijke waarde +/-79.228.162.514.264.337.593.543.950.335. Met 28 decimale plaatsen is de hoogste waarde +/-7,9228162514264337593543950335 en de kleinste waarde niet gelijk aan nul is +/-0,0000000000000000000000000001.

Opmerking Voorlopig kan het gegevenstype Decimal alleen worden gebruikt binnen een Variant. U kunt dus niet een variabele maken van het gegevenstype Decimal. Als u gebruik maakt van de functie CDec kunt u echter wel een Variant maken, waarvan het subtype Decimal is.